Goederencode

OPBOUW GOEDERENCODE

De eerste zes cijfers van een goederencode zijn wereldwijd hetzelfde, pas vanaf het zevende getal kunnen codes gaan verschillen. Die verschillen zijn het gevolg van verschillende systemen die wel onderling op elkaar zijn afgestemd.

Wereldwijd wordt het geharmoniseerde systeem gebruikt. Dit systeem is internationaal gestandaardiseerd. Hierin zijn alle verhandelbare producten geclassificeerd met een zescijferige code. Het systeem is ontwikkeld en wordt onderhouden door de Wereld Douane Organisatie. Deze organisatie telt 180 leden.

De Europese Unie werkt met de gecombineerde nomenclatuur. Deze is gebaseerd op het geharmoniseerde systeem. De gecombineerde nomenclatuur is alleen uitgebreider: er worden twee extra cijfers toegevoegd. Hierdoor kunnen de invoerrechten en statistische doeleinden nauwkeuriger vastgelegd worden voor doeleinden op Europees niveau.

Dan is er ook nog de Europese ‘TARIC’. Deze wordt enkel gebruikt voor invoeraangiftes en is gebaseerd op de gecombineerde nomenclatuur. Bij handel met derde landen wordt er door Europa de 10-cijferige TARIC-code gebruikt. Deze twee extra cijfers worden toegevoegd om bepaalde maatregelen in te stellen.

WAARVOOR STAAN DE CIJFERS?

Het geharmoniseerde systeem is onderverdeeld in 21 afdelingen. Deze 21 afdelingen vertegenwoordigen elk een bepaalde groep goederen. Het grootste deel van deze afdelingen is onderverdeeld in hoofdstukken. De eerste twee cijfers van de goederencode staan dan ook gelijk aan het hoofdstuknummer.  In totaal zijn er 99 hoofdstukken. De hoofdstukken zijn ingedeeld van natuurlijk product tot verwerkt product.

Nadat de producten onderverdeeld zijn in hoofdstukken worden deze verder onderverdeeld in posten.  Dit zijn de volgende twee cijfers van de goederencode. De eerste posten bevatten dan de basisproducten en/of ruwe materialen. Hoe verder in het hoofdstuk hoe meer de producten bewerkt zijn.

Zo betreft afdeling 1 (hoofdstuk 1 tot en met 5) dieren en producten van het dierenrijk, met in hoofdstuk 1 levende dieren en in hoofdstuk 5 andere producten van dierlijke oorsprong. In afdeling 11 (hoofdstuk 50 tot en met 63) staan textielstoffen en textielwaren, onderverdeeld van zijde (hoofdstuk 50) tot aan andere confectieartikelen van textiel, stellen of assortimenten, oude kleren en dergelijke, lompen en vodden (hoofdstuk 63).

De eerste vier cijfers zijn nu duidelijk. De posten zijn vaak nog verder onderverdeeld. Hierdoor ontstaat een goederencode van zes cijfers. Deze code is dus de HS-code, die gebruikt wordt in de wereldhandel.

Het zevende en achtste cijfer vormen de Europese GN-code. Deze worden, zoals eerder benoemd, gebruikt om de invoerrechten en/of statistiekdoeleinden nauwkeuriger vast te leggen.

De Nederlandse Douane heeft een website ontwikkeld waar u alle goederencodes kunt vinden. Heel gebruiksvriendelijk is deze site niet en daarom hebben we het gebruik ervan hier verder uitgelegd. Wanneer er twijfel is over de juiste goederencode dient er op basis van de wettelijke indelingsregels een goederencode worden bepaald, hier vindt u daar meer informatie over. Als u dan nog niet weet waar u het moet gaan zoeken of een zeer specifiek product heeft, zijn daar nog de bindende tarief inlichtingen. Wat dit is en hoe het werkt wordt hier verder uitgelegd.